Speech Ineke Herbers n.a.v. afscheid Leon DeWitte

Bij de reünie gisteren is je naam nog genoemd en hebben we de arrogantie nog opgehaald van veel gymnasium leerlingen destijds, om geen respect voor te hebben voor docenten die geen academische opleiding hadden voltooid. Je was toen 19 jaar.

Je bent geboren in Terneuzen in 1942, als zoon van een Vlaamse vader en een Zeeuws-Vlaamse moeder (uit Zaamslag). De een katholiek, de ander protestant, en daardoor met respect voor beide religies opgevoed.

Je jeugd werd doorspekt met verhalen over de beide wereldoorlogen, wat tot belangstelling voor geschiedenis leidde, met een anti-Duits accent. Vooral door de verhalen van de Vlaamse opa over Wereldoorlog I: de Grote Oorlog, waarin Duitsers, toen nog uit het keizerrijk, zich in België bijzonder gehaat wisten te maken door massale moord en plundering, door veroorzaken van angst, honger en gebrek. Die opa was een van de vele Belgische vluchtelingen in WO I.

Je volgde lager onderwijs in Vlissingen, middelbaar in Goes en het vak geschiedenis bleek je zo goed te liggen, ook in de cijfers, dat je geschiedenis ging studeren: je studeerde af in Nijmegen in hedendaagse geschiedenis en werd leraar in Middelburg, aan het Stedelijk Gymnasium, de Rijks-HBS en de Rijkskweekschool. Dus heel wat Zeeuwen heb je doordrongen van het belang oorlog te voorkomen

Je belangstelling voor de beide wereldoorlogen en de herdenkingen ervan was namelijk verder toegenomen. Je bezocht er vele in Nederland en België. Ook die in Engeland, Canada en Frankrijk hadden je belangstelling.

In de jaren 80 van de vorige eeuw vroegen Britse veteranen en hun Britse ondersteuners je te helpen met de herdenking van de bevrijding van Westkapelle. Daarmee begon 35 jaar herdenkingen leiden op heel Walcheren.

Dit werd onderkend door degenen voor wie men het deed: Engelsen, Canadezen, Schotten, Noren, Fransen. Ook de Nederlandse regering. Die gaven blijk van hun waardering hiervoor in de vorm van onderscheidingen. Je kreeg er heel wat, maar wist er ook voor anderen in de wacht te slepen. Ze doen je zichtbaar nog steeds genoegen. Deze in geld weinig kostbare vorm van waardering spreekt je bijzonder aan door de onbetaalbare gedachte erachter. Door het internationale karakter van de herdenkingen kan een gruwelijke oorlog toch weer banden smeden om de wereld en daar is het je uiteindelijk om begonnen.

Deze week nog organiseer je hier de mogelijkheid tot herdenken voor de nabestaanden van Canadese veteranen, vooruitlopend op de herdenking in Vlaanderen op 11 november.

De provinciale neiging de herdenkingen minder belangrijk te vinden en te privatiseren stond voor jou Léon in schril contrast met de manier van herdenken in Vlaanderen, zoals in Ieper, waar men na honderd jaar nog elke dag de gevallenen herdenkt.

Hiervoor is nodig dat jongeren de organisatie overnemen, zag je in. Je hielp daartoe met het opzetten van de Stichting Oorlogsjaren in Vlissingen en bent daar de afgelopen jaren bestuurslid geweest.

Je vindt het wat wrang, dat die overdracht niet gelopen is zoals je je had voorgesteld en dat iets dat je jarenlang tot tevredenheid van alle buitenlandse betrokkenen hebt georganiseerd, je zonder meer uit handen werd genomen, je had gehoopt dat er geprofiteerd zou worden van je vele jaren ervaring.

Maar Léon: sinds het ontstaan van de mensheid denken jongeren dat ze het beter weten, tot ze erachter komen dat het niet zo is en dan, in vroeger tijden gingen vragen, tegenwoordig gaan googelen, hoe het vroeger ging. Daarom is digitale archivering nu zo belangrijk.

Léon, dit is ook het formele afscheid van jou als bestuurslid van de stichting Oorlogsjaren in Vlissingen We bedanken je voor je inzet en de inbreng van je ervaring (allemaal digitaal vastgelegd in de notulen). Bij dezen een symbolisch teken daarvan (overhandiging boeket bloemen)

Ineke Herbers, 4 november 2018